Ballen krabben…

Ik was ongelukkig. Voelde mij door Jan en alleman in de steek gelaten. Mijn wereld werd klein. Maar vooral door mezelf. Waarom kon ik #&>^ 👿 (!@% niet praten? Praten was mijn alles. Mijn werk als manager was naar de maan, ik praatte 8 à 9 uur per dag. En privé ging ik altijd door, urenlang met vrienden zitten bomen over … wat eigenlijk? … de dingen des levens! ‘Ze’ hebben mijn hobby, mijn leven afgepakt. En waarom kan ik amper lopen? Ik schuifel, voetje voor voetje, om maar niet te struikelen, mij krampachtig vasthoudend aan mijn wandelstok. Mijn voet vastgehouden door een brace en mijn veters heel strak aangetrokken.

Café

Wat als ik toch een spasme kreeg als ik een spannende oversteek maakte? Dat gebeurde prompt steevast. Daar stond ik dan, als een bevroren mannetje, ik kon niet voor of achteruit. Terwijl ik mijn ontspanningsoefeningen, tegen beter weten in natuurlijk, probeerde te doen, tingelde de tram keihard in mijn oor en reden auto’s dan maar toeterend om me heen. Tot een vriendelijke mevrouw of mijnheer mij kwam redden. En de volgende dag weer het hele spektakel. Want aan de overkant zat ‘mijn’ grand café, waar ze goede koffie hadden en wisten van mijn beroerte.

Kruis

Waarom bungelde mijn rechterarm zo onbeholpen? Mijn hand rustte ter hoogte van mijn kruis. De natuur heeft mannen kennelijk zo gemaakt dat hij snel aan zijn kruis kan krabben. Maar steeds maar weer, in het openbaar nog wel? En niet meer zwaaien naar de leuke buurvrouw. In de ene hand een stok en de andere hand … Laat maar. Ik kon toch niet met een hand leven!

Vermoeid

En die intense niet te negeren vermoeidheid ook. Uitgeput ging ik dutten op het uur dat anderen gaan lunchen. En mijn kortetermijngeheugen en vermogen tot multitasken was helemaal weg. Ik kon naar de keuken lopen en onderweg vergeten wat ik daar moest doen. Om maar niet te praten over koken en praten met mijn zoon. Ik heb menig maal het eten laten verbranden. Ik was ongelukkig, verdrietig en boos tegelijk. We schrijven het jaar 2008.

Straatjongen

Nu heb ik de kracht gevonden om verder te leven. Maar het was wel een lange weg daar naar toe. Ik heb alles, op mijn amateuristische wijze, onderzocht. Hoe het kon ik dat ik een beroerte kreeg. Daar geef ik vooral na een genetisch onderzoek in het AMC mijn genen de schuld van. Het leverde een ontluisterend beeld op. Mijn vader, mijn lieve zus, de broer en zus van mijn vader en wat nichten hebben ook op jonge leeftijd een CVA of een hartinfarct gehad. Gewoon een geboortefoutje. Dat ik een hectisch leven leefde, deed daar ook geen goed aan denk ik, hoewel de wetenschappers zeggen dat ’t niet waar is. Sindsdien zeg ik vaak ‘zennnnnn’ als ik de drukte weer voel opkomen. Ik ben te veel een Amsterdamse straatjongen om echt te gaan mediteren.

Angst

De ‘ze’ uit de eerste alinea bleken niet te bestaan. Het was gewoon pech. Ik heb weer, gedreven door angst, leren praten. Zoekend naar woorden, zinsopbouw, grammatica. En die arme luisteraar maar wachten tot ik een woordje uit mijn strot kreeg. Ik denk dat menigeen een blokje omliep als ze mij zagen aankomen op straat.
Als ik lezingen houd, merkt een oplettende luisteraar dat ik na een uur ‘praatvermoeid’ wordt. Daar maak ik maar grapjes over. Humor doet de mensen smelten, denk ik dan altijd maar. En ik heb mensen met zware afasie leren kennen met wie ik toch communiceer. Ze ‘praten’ met handen, gebaren, lichaamshouding en vooral ogen.  Eens was ik één van hen.

Oorlog

Ik heb mijn verlamde arm laten opereren na een mislukt experiment met botox. Nu krab ik niet meer in mijn kruis, een opluchting voor de buurt en mij. En sinds ik mij verdiept heb in hulpmiddelen heb ik van mijn hobby mijn beroep gemaakt. Wat is er veel te krijgen voor mensen met één functionele hand! Ik loop zekerder en hoef niet meer ontzet te worden op het kruispunt. Omdat ik niet meer beter weet dan dat ik langzaam, met stijf been, loop. Mijn oorlogswond, zeg ik wel eens grappenderwijs tegen nieuwsgierige kinderen.

Hulp

Ik heb mij echt verzoend met mijn nieuwe leven en probeer daar het meeste uit te halen. Je leeft immers maar een keer. Ik wens alle mensen die midden in het acceptatieproces zitten veel sterkte. Als ik iets kan betekenen dan doe ik het graag!

Gecorrigeerd door Suzanne Rietveld

PS    Als jij ook zo’n verhaal hebt? Of als jij het even niet ziet zitten? Vertel het hier of mail me even, info@weerhandig.nl. Misschien helpt het.