Persoonlijk contact
“Heeft u een sleuteltje… uhh… ehm…” De man achter de toonbank vult aan: “voor het ontluchten van de cv-installatie. Ja, die heb ik. Eén euro.” Ik sta in een winkel in de buurt die schroefjes, boutjes en wat maar te maken heeft met doe-het-zelf. Een soort ouderwetse mini-Gamma.
De man kent mij. En mijn zoekende spreken. Hij heeft een beroerte in de familie. Dat weet ik van een eerdere ontmoeting. Los van het snelle begrip dat hij tentoonspreidt, kan ik hem wel zoenen voor de aanvulling. Dat doe ik maar niet. Ik knik vriendelijk, betaal een euro en verlaat het pand gelukkig.
Posterijen
Ik ga verder met boodschappen doen en ga naar de Primera waar ze in een hoek het postkantoor hebben. Daar staat 5 van de 6 dagen een vriendelijke man achter. Zo’n man die maar vrolijk blijft en voor iedere klant een praatje over heeft. Druk of niet, dat schijnt hem niet te deren. Hij kent mij ook van eerdere ontmoetingen en van mijn beroerte dus weet hij dat ik niet zo snel praat. “Zo, hebt u weer een pakje voor mij. Gewoon versturen voor 6,95?” Ik knik. “Was er verder iets waar ik u mee kan helpen?” Het is geen standaard zin, maar oprecht gemeend.
Schoenendokter
Mijn laatste stop, de orthopedisch schoenmaker. De firma Santulli wordt gerund door twee broers. In de jaren zestig gesticht door hun vader die van een dorpje in het arme zuiden van Italië zijn geluk hier kwam beproeven. De winkel straalt nog altijd dat beroemde jaren vijftig gevoel uit, waar een klant nog koning is. Ik word altijd geholpen door de oudste broer Gino, de bohemien van die twee. Waar de jongste broer gemaakt is voor dit vak, bleef bij Gino altijd wat onrust. Dat blijkt uit zijn verleden. Kibboets, seizoenswerk in Spanje, varen op een cruiseschip, niets was hem te gek. Hij is relativerend, geinig, met goede Amsterdamse humor. Niet van die afzeikerige.
‘Wat-als-vragen’
Toen het rustig was vertelde ik mijn verhaal. Dat maakte indruk, ook al omdat hij zo oud als ik. “Wat als ik nu een beroerte kreeg, jij was ook pas 44 toen je hem kreeg”, zei hij destijds. “Wat als het niet zo is”, antwoordde ik moeizaam. “Je moet niet ‘wat-als vragen’ stellen. Je moet gewoon leven. Anders word je gek”.
Public Speaker
Contact met de ander maken is zo essentieel voor ons mensen. Speciaal als je ze nodig hebt, om je verstaanbaar te maken bijvoorbeeld. Schaamte weerhoudt ons soms contact te maken, dat heb ik ook wel eens. Nu ‘wel eens’, elke dag is een betere uitdrukking. Praat ik wel goed genoeg, vraag ik mij af? Maar ik ga elke dag het gevecht aan en spreek iemand aan. Ik heb me zelfs ontpopt tot ‘public speaker’, door de interne weerstand en de daarmee gepaarde zenuwen heen.
Kaartje
Iedereen heeft zo zijn issues. Bijvoorbeeld: ik ben niet slank genoeg, mooi genoeg, sterk genoeg, slim genoeg. Over het laatste: Het is niet voor niets dat ik een kaartje op zak heb waar o.a. de zin op staat: ‘Ik kan u prima volgen, maar ik heb soms moeite vinden van de juiste woorden’. Het ultieme bewijs dat ik wel slaag voor de slimheidstest, maar het is wel indirect. Ik heb hem slechts een enkele keer getrokken, maar toch heb ik hem altijd bij me. Voor de zekerheid, mijn zekerheid. In mijn volgende leven ga ik daar aan werken. Je moet toch iets hebben om naar te streven, niet dan?
Respect voor je gevoel voor humor en je doorzettingsvermogen.
Vriendelijke groet,
We doen het gewoon met zijn allen, groeten uit Amsterdam-Oost!