“En we gaan nog niet naar huis” deel 2/2

Vooroordeel

De chauffeur stel zich voor en zegt dat hij wat gaat vertellen over het Kröller-Müller Museum en het park waarin het ligt. Een aantal denken dat hij een grapje maakt en lachen. Een pijnlijk vooroordeel, zoals alle vooroordelen iets pijnlijks hebben. Maar eerst krijgen we een DVD te zien van welke prachtige musea dit allemaal mogelijk maken. Ik begrijp het wel maar toch blijf ik zitten met een vreemd vermoeid gevoel: ook hier reclame? Kunnen we niet in één klap alle musea van het rijk maken tegen één voorwaarde: geen reclame uitingen meer. Mijn communistische gedachte stop ik snel weg.

Spannend

Gelukkig staat het volume zacht en de dames en heren kleppen door. De vriendelijke buschauffeur merkt dit en zet het volume zo hard dat je wel moet kijken. Dat heeft zijn baas gezegd en dat doet hij dus… Eén lichtpuntje, ik hoef niet te praten, dat dan weer wel! Geen kans om “En we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet….” in te zetten. Het wordt nog spannend als straks het gezang losbarst.

Knoestig

Het museum is schitterend, en dat zeg ik niet van alle musea. Het schildergedeelte is gecentreerd rond Vincent van Gogh. De Nederlandse periode kenmerkt zich door donkerte en lelijke mensen, met als hoogtepunt een studie van de Aardappeleters. Mijn god, wat zijn de mensen lelijk, knoestige neuzen en handen, als wat zij eten: aardappels. Wat moet hij toen ongelukkig zijn geweest. Ik zou ook emigreren! Terwijl de Franse periode zich kenmerkt door lichte tonen, mooie kleuren, schitterende taferelen, zoals de Roze Perzikbomen. Hoe hij Nederland haatte en in Frankrijk altijd de zon scheen lijkt hij met zijn schilderijen te zeggen.

Roze Perzikbomen - van Gogh

Roze Perzikbomen

 Vooroordeel II

Iedereen is op tijd terug bij de bus voor de terugreis. Ik ga straks voorstellen om het afscheidsliedje in te zetten. Dan hebben we het maar gehad. De aanval is de beste verdediging. Ik ben wel moe… Straks maar, eerst even dutten. Maar het vooroordeel dat mensen met NAH  sneller vermoeid raken…

 Toch nog zingen

Plotseling schrik ik wakker met de mededeling van de chauffeur dat we er zijn. Ik laat mijn omgeving niet merken dat ik geslapen heb. Wat zullen ze dan wel van me zeggen? Niet gezongen, niet onder de banken je verstoppen, niet een pepermuntje van die gezellige vrouw die naast me zit, niet een verlaat schoolreisje. Gewoon een gezellige dag. In mijn auto naar huis probeer het liedje te zingen. “We gaan nog niet naar …, wat was het ook alweer?”