‘Positieve gezondheid’, maar nu even niet, pfff

“Hééé, jij ook hier”, klinkt het enthousiast. “Kom je ook voor de conferentie ‘Positieve Gezondheid’ van Omring?” Ik kijk haar vragend aan. Waar ken ik haar van? Ze zegt haar naam, die ik onmiddellijk weer vergeet. Dat ik de naam niet kan onthouden, ben ik ondertussen wel gewend, maar dat ik haar niet weet te plaatsen? Ik heb werkelijk geen idee. Hoewel ik enthousiast reageer, heb ik in werkelijkheid geen idee. Slechte acteur die ik ben, merkt ze mijn zoeken. “Ik ken je van het CVA-netwerk.” Bij mij gaat nog steeds geen belletje rinkelen, CVA-netwerken heb je overal in den lande.

lector

“We zitten samen met die lector in een werkgroep.” We komen er wel, denk ik. Ik zit in twee werkgroepen voorgezeten door twee verschillende lectoren. “De werkgroep heeft een Engelse afkorting als naam.” Zij is ook niet zo van de namen, merk ik op. Maar ik kan haar nu plaatsen in een gebouw van de Hogeschool van Amsterdam, en de lector is die ene, hoe heet ze nou, die iets met ergotherapie doet. Ze gaat verder: “En we zijn ook gelinked in LinkedIn, gezellig he.”

ladekast

“Oja, nu weet ik het weer”, jok ik een beetje. “Ja, zo gaat dat na een beroerte he, namen en rugnummers zijn niet meer zo mijn ding.” “Dat heb ik ook hoor, het komt en gaat met de leeftijd en tegenwoordig is het meer gaan”, zegt zij vriendelijk. “Hoe gaat het met je?” Ze moest eens weten … In het revalidatiecentrum kende ik de naam van mijn vrouw wel eens niet meer. Heel pijnlijk. En nu, als ik moe ben, gaan de laatjes van die grote stroeve ladekast daarboven in mijn hoofd niet open. Dan gaan de laatjes steeds stroever. Het zit er wel in, maar het komt er niet uit.

geheugen

De ene keer laat ik het gaan, de andere keer maak ik me er met een grap makkelijk van af. Dat is mijn overlevingsstrategie. Maar diep in mijn hoofd heeft het geheugen een klap gekregen van mijn CVA. Het is zo erg dat ik werkelijk alles in mijn mobiel opschrijf dat het herinneren waard is. ‘Ik denk, dus ik besta’ gebruik ik nu als ‘Ik mobiel, dus ik besta’. Pak je mijn mobiel af, dan kan je me net zo goed meteen begraven. Soms word je moe van al dat peinzen, van al dat denken over namen en feitjes, maar als je het niet probeert, is er geen communicatie meer mogelijk, ten minste: niet voor mij.

conferentie

Even later zit ik naar de spreker Machteld Huber te luisteren. Zij heeft een nieuwe definitie van gezondheid ontwikkeld. Om het simpel te zeggen heeft zij termen als ‘eigen regie’ en ‘veerkracht’ ingevoerd en geeft zij de (subjectief) beleefde gezondheid meer nadruk, in plaats van de objectieve gezondheid. (als je daar meer van wilt weten heb je hier de link). Als afsluiting geeft zij iedereen een vel papier waar rondom de zes pijlers voor positieve gezondheid staan, met daarbinnen een spinnenweb. De buitenste draden van het web suggereren dat je een 10 geeft voor die pijler, de binnenste een nul.

communicatie

Ik begin een spinnenweb voor mezelf te tekenen. ‘Dagelijks functioneren’ geef ik een 10, ‘lichaamsfuncties’ geef ik een 6 (die verdomde poot dan ook) en zo ga ik verder. Tot ik aan ‘sociaal maatschappelijk functioneren’ kom. Wat betekent dat? Gelukkig heeft zij er voorbeelden bij gezet. Mijn blik blijft steken bij de term ‘sociale en communicatie vaardigheden’. Ik slik. Ik doe altijd zo positief, altijd van het glas is halfvol, altijd mensen oppeppen die het niet meer zo zien zitten. Heb ik nu mijn slechte geheugen en mijn afasie echt geaccepteerd? Ik vul een laag cijfer in. Even later rijd ik droevig naar huis, blijkbaar heb ik nog een hoop denkwerk te doen.

Gecorrigeerd door Suzanne Rietveld

Heb jij ook een dergelijke ervaring? Wat heb je er aan gedaan?