“We gaan nog niet naar huis. Nog lange niet…” deel 1 van 2
Schoolreis
Voor het eerst sinds schoolreis zit ik weer in een bus waar ik niet moet stempelen of mijn chipkaart voor een lezer houden. Ik zit in een touringcar. Spannend, want ik heb stiekem allemaal vooroordelen over de passagiers van die bus. Of het zijn schoolkinderen voor hun jaarlijkse uitje. Of het zijn bejaarden, waarvan de vrouwen allemaal Libelle of Margriet lezen, die een dagje uit zijn. Op de heenreis krijg ik zeker een pepermuntje van de vrouw die naast me zit.
Afatici
En op de terugreis gaan we liedjes zingen die ik al sinds kindertijd niet meer heb gehoord. “En we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet….” Een bus vol afatici zit hakkelend en zoekend naar woorden te murmelen. Het lied is bij het vertrek met de bus ingezet. Expres zo vroeg, dan is het aan het eind van de dag iedereen klaar met het lied. Ik als laatste. Hoe heet het woord nu dat achter ‘nog niet naar’ komt…
Museumbus
Ik schrik wakker. Zat ik nu al te dommelen? Ik lijk wel een oude man! De bus staat nog op het beginpunt. Te wachten op wat laatkomers. Het is wel vroeg. Ik ga mee met een uitje van de stichting Marline Fritzius. Een stichting die mensen met afasie laat schilderen en boetseren. Het uitje is gefinancierd door de Nationale Postcode Loterij en een paar grote Musea: de Museumbus.
Façade
Ik begin te houden van die mensen, die afatici. Hoe zij de schijn van praten overeind proberen te houden. De kwetsbaarheid als zij niet weten hoe zij uit hun woorden moeten komen. De drift soms bij de één, de gelatenheid bij de ander. Het stille verdriet, of soms in huilen uitbarsten als het nog vers is. De façade is gevallen voor wie goed kijkt. Zou ik ook…
Rozen
De bus gaat te laat weg en alle laatkomers zijn aan boord. Ik erger aan mij aan het commentaar dat een vrijwilliger heeft. Je moet je zelf eens in dat busje van Connexion laten vervoeren naar de opstapplaats. Hij is veel te vroeg of veel te laat en dan gaat hij ook nog mensen ophalen aan het andere eind van de stad. Dan moet je maar hopen dat je op tijd bent. Het leven van een gehandicapte gaat niet altijd over rozen! Daar weet ik alles van en ik ben blij dat ik weer zelfstandig auto rijd.
Bellen
Dan gaat mijn mobiel en ik neem op. Bellen is een dingetje en ik bel zo weinig mogelijk. Het is de wasmachinereparateur die een afspraak wil maken. Ik weet hem met moeite te vertellen dat ik te vroeg de conclusie heb getrokken dat het aan de wasmachine lag. Met mijn verhuizing is de wasmachine opnieuw geïnstalleerd door een klusjesman en die moet eerst controleren of de aansluitingen allemaal goed zijn. Hij lekt maar omdat de wasmachine ingebouwd is weet ik niet waar. Ik hang op.
Natuurlijk
Ik moet toch gezellig doen en besluit het meteen aan mijn overbuurvrouw te vertellen. Maar hoe? Ik maak een schema in mijn hoofd. Eerst gebeurde er dat, toen dit, en toen dat, en ik heb toen gezegd… Als ik het allemaal op een rijtje heb is het natuurlijke moment weg. Het neerleggen van de telefoon was het moment, niet 5 minuten later. Weg kans en ik zwijg, terwijl ik mij afvraag of het al tijd is om “We zijn er bijna” in te zetten…
Einde deel 1
Ik heb enorme bewondering voor je en heb al veel geleerd van jouw optimistische verhalen
Met een positieve instelling kom je het verst den ik maar en…. er zijn een heleboel dingen die we nog wel gewoon kunnen mede dankzij jouw hulpmiddelen
ik geef nu iedereen de opdracht te denken over een manier om met 1 hand mosselen te eten uit de schelp dus niet als iemand anders het voor je doet dan is de lol er ook af
als ik een oplossing weet laat ik het je weten en ga door met je goede positieve verhalen!!!
Groeten
Yvonne
Bedankt voor het compliment. ‘Enorme Bewondering’ voor iemand krijg ik altijd een beetje de kriebels van. Straks heb ik nog een fanclub denk ik dan en loop ik naast mijn schoenen 🙂
Ik probeer in het leven altijd mijn best te doen en ook voor lotgenoten wat te betekenen met mijn ervaringen. Het is een zoektocht als je een CVA hebt gehad, gelukkig zoek jij mee. Met een positieve levensinstelling kom je het verst denk ik altijd maar.
De mosselen komen er weer aan!
Hoi Simon,
respect, hoe je de dagelijkse gang van zaken weet te verwoorden. Zo treffend, zo echt, ik wordt gewoon met je meegesleurd naar de plek waar alles gebeurd en ik zie alles door de ogen van jouw. Heel knap en dan ook nog het gevoel overbrengen van hoe het er aan toe gaat. Simon, al eens gedacht aan een boek te schrijven?? Ik waardeer je schrijfstijl. Ik blijf rustig wachten in de bus naast je buurvrouw op het vervolg…………
Dankjewel Henk, ik ga er bijna van blozen maar die eigenschap heb ik achter me gelaten. Of ik een boek ga schrijven, ik weet het niet hoor, misschien gooi ik een nietje door mijn blog. Eerst maar een vervolg op dit verhaal uit mijn pen persen. Dat is wel genoeg sores voor nu 🙂
Hallo…,
Ik werd door mijn therapeut geattendeerd op jouw blog.
Zelf ben ik door een infarct halfzijdig verlamd geraakt. Ik deel dus het gehandicapt voelen en herken dan ook het gevoel van onmacht en het gevoel onder een kaasstolp te leven. De maatschappij is er niet klaar voor om om te gaan met mensen die iets mankeren, helaas. En dat wordt in het huidige klimaat in Nederland niet beter vrees ik.
Ik zou mijn frustratie ook wel van mij af kunnen schrijven, maar wat bereik ik er mee? Wie wil mijn verhaal horen? Niemand! Ja, lezen en dan zeggen, ‘ja hij heeft gelijk…’ en dan vervolgens bij de verkiezingen weer op de VVD te stemmen, die alle zorgbehoevenden over de Kling jaagt’.
Nee, bloggen, een boek, het zou niets voor mij zijn… Ik vecht op mijn manier tegen Connexxion en de WMO regeling. Ik stuur de beleidsmakers per email mijn klachten, frustratie en onmacht, zodat zij persoonlijk worden geconfronteerd met hun beleid.
Want dat ‘steun behoevenden’ aan de kant worden gezet alsof zij hebben afgedaan is te gek voor woorden. Nog eens gestraft voor je ongeluk ook nog. Dit moet stoppen.
Maar ga door! Ik wacht op het vervolg!
Sterkte.
Dankjewel Frank. Ik kies er voor om humor en zelfspot te laten prevaleren. Anders word ik zo’n zuurpruim. Ook ik schrijf klachtenbrieven maar dat probeer ik te doen op zo’n vrolijke manier dat ze mijn klachten echt lezen en voorlezen aan collega’s, denk ik dan maar. Dan hebben ze meer aandacht bij het afhandelen.
Een ieder heeft zo zijn methode om te leven met een beperking. Succes.